Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult den ram slachten, en van zijn bloed nemen, en doen het op het [rechter]oorlapje van Aaron, en op het rechteroorlapje van zijn zonen, desgelijks op den duim hunner rechterhand, en op den groten teen huns rechtervoets; en [18]dat bloed zult gij op het altaar sprengen, rondom heen. 18. Zie boven, vs.12.